Voor het duurzaam opwekken van elektriciteit is een mix van zon en wind nodig. Later komen er andere technieken en manieren om grootschalig elektriciteit op te wekken bij.

Algemeen

Kunnen we niet beter windmolens op zee bouwen?

Om voldoende duurzame energie te produceren in de toekomst hebben we naast zonne-energie ook windmolens op zowel land als op zee nodig. Het is dus niet of-of, maar en-en. In het landelijke klimaatakkoord is besloten dat Nederland 49% minder CO2 uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990. De te nemen maatregelen voor elektriciteit zijn drieledig:

  1. De opwekking in 2030 van circa 49 TWh windenergie op zee;
  2. De opwekking van 35 TWh hernieuwbare energie (wind en zon) op land;
  3. De “kleinschalige” opwek van hernieuwbare elektriciteit met zonnepanelen op bijvoorbeeld particuliere en bedrijfsdakenzonnepanelen, goed voor circa 10 TWh.

TWh = Terawattuur

Waarom kiezen we niet voor meer kleine turbines?

Een grote windmolen van 3 megawatt (MW) komt qua opbrengst overeen met 7 hectare zonnepanelen. De opbrengst van een 3 MW turbine is ongeveer 5,7 miljoen kWh per jaar. Een kleine turbine brengt gemiddeld 40.000 kWh op. Dus de opbrengst van één grote windmolen is gelijk aan 142,5 kleine turbines. Ter vergelijking: 170 zonnepanelen leveren ook 40.000 kWh op.

Het nieuwste type kleine windmolen dat mogelijk op de markt komt levert onder gunstige windcondities 150.000 kWh op. In dat geval zouden 38 kleine windmolens een 3MW turbine kunnen vervangen. Dit is uiteraard een globale berekening en bedoeld om enig gevoel bij aantallen en verhoudingen te krijgen.

Er zijn dus heel veel kleine(re) windmolens nodig om de opbrengst van 1 grotere op te wekken, dit heeft ook veel gevolgen voor het landschap.

Deze getallen zijn afkomstig uit beleidskader kleinschalig wind 2019 (pdf, 1.431 KB) . De opbrengst van windmolens zijn erg afhankelijk van hoogte, type en locatie.

Kunnen we niet beter investeren in zonne-energie op daken?

Om duurzame doelen te halen is het nodig dat we op alle vormen van besparing en opwek van duurzame energie inzetten. Daarbij gaan we ervan uit dat alle daken in de toekomst zonnepanelen hebben. Maar dan is er nog steeds niet genoeg duurzaam opgewekte stroom. Dus we moeten ook kijken naar de mogelijkheden van zon op land en windenergie.

Daarnaast is er een mix van zonne- en windenergie nodig om overbelasting van het elektriciteitsnetwerk te voorkomen. Want: als de zon schijnt waait het vaak niet of minder en als het waait is het vaak minder zonnig. Bovendien is er in het najaar en de winter meer wind en in de lente en zomer meer zon. Bovendien zal de vraag naar elektriciteit in de winter toenemen, als er meer warmtepompen bijkomen. 

Waar vind ik informatie over de Regionale Energie Strategie RES?

Op de themapagina RES op deze website staat alle informatie over de Regionale Energie Strategie.

De opbrengst van windmolens

Is windenergie rendabel?

De kosten voor wind- en zonne-energie dalen sterk de laatste jaren. De verwachting is dat deze daling in de nabije toekomst verder doorzet. Toch ligt de kostprijs van groene stroom nog steeds hoger dan van grijze stroom uit fossiele bronnen. Dat maakt dat zon- en windprojecten alleen uit kunnen als er subsidie wordt toegekend. Voor wind op zee ligt het omslagpunt binnen handbereik. Daar worden de komende jaren de eerste windparken zonder subsidie ontwikkeld. Dit is mogelijk doordat de Rijksoverheid investeert in de kostbare aansluiting op het stroomnetwerk.

Voor wie zijn de opbrengsten van de grote windmolens bestemd, particulieren of bedrijven?

Wat er gebeurt met de opbrengsten van grote windmolens, is afhankelijk van de afspraken die vooraf worden gemaakt. Vaak is een windproject voor minimaal 50% in eigendom van inwoners, omwonenden en lokale ondernemers. Door middel van een omgevingsfonds komt de opbrengst zowel bij particulieren als bedrijven terecht.

Praktisch over windmolens

Hoe groot zijn de windmolens?

De hoogte van de windmolens en de afmeting van de wieken verschillen per type (fabrikant en aantal megawatt). Moderne windmolens hebben een tiphoogte (hoogste punt) tussen de 225 en 280 meter. De ashoogte ligt dan 150 en 180 meter. Deze windmolens hebben een vermogen van 5MW of meer.

Wat betekent ashoogte, rotordiameter en tiphoogte

Er zijn voor de hoogte en beleving drie afmetingen relevant: de ashoogte (hoe hoog is de mast waar de gondel op staat), de rotordiameter (hoe groot is de cirkel die de wieken vormen) en de tiphoogte (wat is de totale hoogte van de windmolen).

Zie tekening.

Hoe lang gaat een windmolen mee?

Moderne windmolens hebben een technische levensduur van 20 tot 25 jaar.

Hoeveel elektriciteit levert een windmolen op?

De hoogte, de grootte van de wieken (de rotorbladen) en de plek waar de molen staat zijn bepalend voor de opbrengst. De opbrengst van een molen wordt bepaald door het vermogen van de windmolen en de hoeveelheid wind die de windmolen opvangt. De hoeveelheid wind die een windmolen kan opvangen, is afhankelijk van de locatie, van de hoogte van de windmolen en de lengte van de rotorbladen.

Een windmolen van 3 MW levert (op land) ongeveer 5,7 miljoen kWh (kilowattuur) per jaar, genoeg voor 1.900 huishoudens (bij een gemiddeld verbruik van 3.000 kWh/jaar).

In windrijke gebieden levert een windmolen de meeste elektriciteit, bijvoorbeeld aan de kust of op de Noordzee. Verder het binnenland in, zoals in onze gemeente, levert diezelfde molen minder elektriciteit op omdat het minder hard waait.

Kost de bouw van een windmolen niet veel CO2-uitstoot?

In de eerste 6 maanden bespaart een windmolen al evenveel CO2-uitstoot als de CO2 die bij  de productie en bouw van de molen is uitgestoten. Daarna levert de windmolen nog zeker 19,5 jaar schone, bijna CO2-vrije energie. De windmolen kost een kleine hoeveelheid CO2 vanwege onderhoud en reparaties.

We hebben toch niks aan windmolens als het niet waait?

Dat klopt. Als het niet waait, leveren windmolens geen stroom. Gelukkig waait het in Nederland vaak en het hoeft ook niet heel hard te waaien om te zorgen dat de windmolens veel stroom leveren. De molens draaien vanaf windkracht 2 en draaien op vol vermogen bij windkracht 6.

Meer informatie: www.nationaleenergieatlas.nl 

Waarom staat een windmolen soms stil?

Dit kan zijn vanwege onderhoud, omdat het te zacht waait of juist te hard, en vanwege een storing. Ook als de wind veel draait kan de molen tijdelijk stilstaan omdat de wieken zich dan weer opnieuw in de wind moeten draaien. Daarnaast kan een windmolen worden stilgezet om de hoeveelheid slagschaduw op woningen te beperken.  

Waarom worden windmolens steeds groter?

Grotere windmolens wekken meer energie op: een twee keer zo grote rotordiameter, wekt vier keer meer elektriciteit op.

Doordat de windturbines steeds groter worden en meer stroom produceren, wordt de kostprijs van windenergie lager. Daardoor is er ook minder subsidie nodig.

Kan het energienet al die extra windmolens wel aan?

Met het huidige elektriciteitsnet is het niet mogelijk om overal windmolens aan te sluiten op het elektriciteitsnet. Soms is verzwaring van het net of van de onderstations door de netbeheerder noodzakelijk. In onze regio gaat netbeheerder Liander over de netinpassing.

   

Kunnen windmolens gerecycled worden na gebruik?

Ja, veel van de materialen in een windmolen zijn aan het einde van de levensduur te recyclen, zoals het gebruikte staal en andere metalen. De wieken zijn gemaakt van een samengesteld materiaal. Er is een methode om ook dit materiaal te hergebruiken.  De ‘schrootwaarde’ van een windmolen levert voldoende op om de locatie in originele staat terug te brengen.

Is de productie wel milieuvriendelijk?

In windmolens zitten net als in andere elektronica, apparaten en auto’s mineralen en metalen. Bij de winning daarvan zijn vraagtekens te plaatsen omdat de landen van herkomst niet altijd strenge regels hanteren voor milieu en arbeidsomstandigheden. Ter nuancering: De winning van aardolie, kolen en gas kent ook negatieve effecten zoals slechte arbeidsomstandigheden, milieuvervuiling, verschuiving van aardlagen en aantasting van landschappen en ecosystemen.

Beleid en locaties windmolens

Hoeveel windmolens komen er?

De gemeente heeft in de RES 1.0 een bod opgenomen van 12MW windenergie, bestaande uit 4 windmolens van 3MW. Maar de ontwikkelingen van windmolens gaan snel. Er zijn nu ook windmolens van 6MW. Hoeveel ruimte er in Lochem is voor het plaatsen van windmolens, is afhankelijk van de landelijke milieunormen. Omdat deze bepalen wat de minimale afstand tussen een windmolen en woningen is. De exacte aantallen blijven dus nog onbekend.

Waar komen de windmolens?

De gemeente heeft geen zoekgebieden aangewezen. In het toekomstige beleidskader geeft de gemeente randvoorwaarden mee voor een goede plaatsing van windmolens.

Wat komt er te staan in het beleidskader grootschalig wind?

Hierin komen de randvoorwaarden te staan waaraan initiatieven voor grootschalige opwek van windenergie moeten voldoen. Denk bijvoorbeeld aan het te volgen participatie proces en financiële vergoedingen en eigenaarschap.

 

Wat staat er in het beleid voor kleine windmolens?

In 2019 heeft de gemeenteraad een beleidskader kleinschalig wind (pdf, 1.431 KB)  vastgesteld. Dit gaat om windmolens met een maximale ashoogte van 33 meter en tiphoogte van 45 meter. Voor deze windmolens is een ontheffing op de wet natuurbescherming nodig. Momenteel geeft de provincie Gelderland hier geen ontheffing voor.

Wat is de planning voor het beleid over grote windmolens?

De gemeente wacht met het opstellen van beleid over grote windmolens, tot het Rijk nieuwe milieunormen heeft gemaakt. De verwachting is dat het Rijk in 2024 met nieuwe normen komt. Daarna kan de gemeente het traject starten om afspraken vast te leggen in eigen, lokaal beleid.

Wat kan ik doen als ik tegen windmolens ben?

De gemeente stelt zich momenteel op het standpunt dat windmolens nodig zijn om aan de duurzaamheidsdoelstellingen te voldoen. Dit is in beleid al vastgelegd.

Voor meer informatie en belangenvertegenwoordiging kunt u contact opnemen met NLVOW, de Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines. Dit is een belangenorganisatie voor bewoners.

Heeft zich al een initiatiefnemer bij de gemeente gemeld?

Initiatiefnemers zijn bezig met het ontwikkelen van een plan voor de Papenslagweg. U leest op de website van de initiatiefnemers meer over dit plan:  Home (windparkpapenslagweg.nl)

De gemeente zal een vergunningsaanvraag voor een windinitiatief pas behandelen als het Rijk nieuwe milieunormen heeft vastgesteld. Op basis daarvan gaat de gemeente eerst regels opstellen voor grootschalige windenergie in een eigen lokale beleidskader grootschalig wind. Hier gaat uitgebreid overleg aan vooraf.

Hoe lang duurt het voordat er in onze gemeente windmolens staan?

Het plaatsen van een windmolen is een langdurig en meerjarig proces. De gemeente Lochem kan een vergunningsaanvraag voor een windmolen pas goed beoordelen wanneer daar beleid voor is. Want in dit beleid leggen we de eisen, regels, de procedure en de randvoorwaarden voor het plaatsen van windmolens vast.
De gemeente Lochem heeft op dit moment nog geen beleid voor grote windmolens, omdat er geen landelijke milieunormen zijn. Wanneer deze milieunormen zijn vastgesteld, gaat de gemeente lokaal beleid maken.

Ik wil zelf een windmolen plaatsen, met wie moet ik contact opnemen?

U kunt hiervoor bellen met het algemene nummer van de gemeente, (0753) 28 92 22 en vragen naar team milieu.

Waar vind ik informatie over de Regionale Energie Strategie RES?

Op de themapagina RES op deze website staat alle informatie over de Regionale Energie Strategie.

Bestaan er gedragscodes voor windenergie voor overheden en ontwikkelaars?

Om acceptatie van windenergie te bevorderen, hebben verschillende organisaties gedragscodes opgesteld. Die zijn bedoeld om eenduidige afspraken te maken over hoe de omgeving moet worden betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe windparken.

Meer informatie: www.rvo.nl/onderwerpen/duurzaam-ondernemen/duurzame-energie-opwekken/windenergie-op-land/acceptatie-en-participatie/gedragscodes

Wat staat er in de NWEA code?

Kern van de gedragscode is dat de omgeving in een zo vroeg mogelijk stadium bij windprojecten wordt betrokken. Voor ieder project wordt in overleg met belanghebbenden en het bevoegd gezag een participatieplan opgesteld, waarmee afspraken over participatie door inwoners vast komen te liggen. Hierbij staat maatwerk centraal.

Ook stelt de initiatiefnemer van een windproject een aanspreekpunt voor de omgeving aan. De lusten en lasten moeten zo goed mogelijk worden verdeeld en overheden moeten een actieve rol spelen bij het betrekken van de omgeving. In de Gedragscode is een richtbedrag opgenomen van € 0,40-0,50 per MWh, dat ten goede komt aan de omgeving. De besteding van het bedrag wordt in overleg met betrokken inwoners en organisaties vastgesteld (tekst afkomstig van rvo).

Wat staat er in de NLVOW code

De Gedragscode windenergie op land is opgesteld door de NLVOW, de Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines. Omwonenden moeten tijdig en adequaat worden geïnformeerd over plannen. De code stelt dat, naast het mogelijk maken van financiële participatie, beperken van hinder en schade voor omwonenden, natuur, landschap en milieu compensatie verdient (tekst afkomstig van rvo).

 

Wat is een omgevingsadviesraad?

In een omgevingsadviesraad (OAR) gaat de initiatiefnemer in gesprek met vertegenwoordigers van belanghebbenden. Met hen worden afspraken gemaakt. Bijvoorbeeld over het beperken van overlast, landschappelijke versterking en financiële participatie.

De afspraken die de omgevingsadviesraad met de initiatiefnemers maakt zijn niet vrijblijvend. In een omgevingsovereenkomst worden de afspraken vastgelegd.

 

 

Wat is een bewonersplatform?

Direct omwonenden van een (beoogd) windpark nemen hieraan op persoonlijke titel deel. Doel is om inwoners te “professionaliseren” in hun betrokkenheid bij plannen voor het plaatsen van windmolens. In een bewonersplatform worden de procedure en inhoud van stukken verduidelijkt en kunnen bewoners zorgen en bedenkingen uiten. Het is ook bedoeld als voorbereiding op verdere besluitvorming. Tenslotte is het bewonersplatform een aanspreekpunt voor initiatiefnemers.

Financiële participatie

Wat wordt er bedoeld met financiële participatie en welke varianten zijn er?

Er zijn verschillende mogelijkheden om als bewoner financieel te participeren in een windmolen:

  • (Een deel van) de financiering van een windmolen (dus de investering) kan door bewoners of bijvoorbeeld plaatselijke bedrijven worden bijeengebracht Als je als bewoner investeert krijg je een rendement op het geld dat je hebt ingelegd. Een deel van de financiering wordt ook via een lening geregeld (dus externe investeerders zoals een bank of beleggingsmaatschappij). Ter nuancering: meestal bestaat het overgrote deel van de investering van een windmolen uit een lening (maximaal 80%, minder kan ook). Dus de 20% (of meer) die overblijft moet de ontwikkelaar van de windmolen zelf investeren. Het streven vanuit het klimaatakkoord is, dat bewoners of plaatselijke bedrijven de helft daarvan (50%) investeren. Op die manier ontstaat lokaal eigendom.
  • Bewoners die dichtbij een windmolen wonen, kunnen jaarlijks een bijdrage krijgen (vast of deel van de winst / windopbrengst)  vanwege de overlast die zij van de windmolen ervaren. Dit heet meestal een “burenregeling”.
  • Het is ook mogelijk dat de initiatiefnemer jaarlijks een bedrag in een gebiedsfonds stopt. Daarmee kunnen dan investeringen in het gebied rondom een windmolen gedaan worden of het kan ook ten goede komen aan het naburige dorp of buurt. Dit heet een dorpenregeling.
  • Als je een windmolen op jouw grond toestaat, wordt een jaarlijkse vergoeding met de initiatiefnemer afgesproken (soort pacht).

Wie is eigenaar van een windmolen?

Het streven vanuit het klimaatakkoord is dat voor 2030 gemiddeld de helft van de opwek van hernieuwbare energie, zoals zonne- en windenergie, in eigendom is van burgers en bedrijven uit de lokale omgeving. Met lokaal bedoelen we georganiseerde bewoners en lokale bedrijven. Het resterende deel kan in eigendom zijn van ontwikkelaars van buiten de gemeente Lochem. Met eigendom bedoelen we de investeringen voor de aanschaf en bouw van de turbines en alle kosten die gemaakt worden in de voorbereidingsfase vooraf. De partij die het initiatief neemt voor het project (dus de eigenaar, bijvoorbeeld een bedrijf of energiecoöperatie) gaat in gesprek met de omgeving om hierover afspraken te maken. Per project kunnen de wensen van bedrijven en bewoners uit de omgeving om mee te profiteren verschillen. Dit geldt ook voor de mogelijkheden. In het beleidskader grootschalig wind wordt vastgelegd welke voorwaarden er voor eigenaarschap gelden in Lochem.

Bron: klimaatakkoord

 

Wetgeving en hinder

Wat zijn de wettelijke afstanden die voor windmolens gelden?

De afstanden zijn afhankelijk van de specifieke situatie en gekozen windmolens. Op dit moment onderzoekt de rijksoverheid nieuwe milieunormen, met afstandseisen. In de concept milieunormen is de minimale afstand twee keer de tiphoogte van de windturbine tot woongebouwen. Voor een windturbine van 250 meter tiphoogte, betekent dit dus een minimale afstand van 500 meter tot gebouwen.

Om geluidshinder te voorkomen mag een windmolen niet te dicht bij huizen staan. Een windmolen mag gemiddeld (in de concept milieunormen) niet meer dan 45 decibel geluid maken. 's Nachts mag dit niet meer dan gemiddeld 39 decibel zijn.

Afhankelijk van de omgeving draagt geluid meer of minder ver. Verschillende typen turbines hebben een verschillend brongeluid. Stillere turbines kunnen daardoor in theorie dichterbij geplaatst worden. Ook de opstelling telt mee. Voor een windpark of een cluster windmolens moet meer afstand in acht moet worden genomen dan voor individuele turbines.

Hoeveel geluid maakt een windmolen?

De hoeveelheid geluid is sterk afhankelijk van het type windmolen, de hoogte en de afstand tot een geluidsgevoelig object (een woning bijvoorbeeld). De rijksoverheid verricht momenteel een onderzoek naar de milieunormen voor windturbineparken. Meer hierover kunt u lezen op www.omgevingsweb.nl/beleid/de-gevolgen-van-de-uitspraak-van-de-raad-van-state-over-de-milieubeoordeling-voor-windturbinenormen/.

 

Wordt er rekening gehouden met het nu al aanwezige omgevingsgeluid?

Ja. Geluid is één van de milieuaspecten die in beeld worden gebracht bij een windpark. Op basis van een wettelijk voorgeschreven model en in een akoestisch onderzoek wordt het geluid naar de omgeving berekend, rekening houdend met het geluid dat de windmolen produceert (het bronvermogen) en de specifieke eigenschappen van de omgeving. In het akoestisch onderzoek worden meerdere - en ook cumulatieve - effecten onderzocht, er worden alternatieven aangegeven en maatregelen om de eventuele nadelige gevolgen te voorkomen.

Hoe zit het met slagschaduw?

Slagschaduw is de schaduw die de wieken van de windmolen kunnen veroorzaken op woonhuizen en kantoorgebouwen. In de wetgeving zijn voorschriften opgenomen om hinder door slagschaduw te beperken. Heeft een huis een gevel met ramen, dan mag maximaal 6 uur per jaar slagschaduw op de gevel vallen, gedurende maximaal 20 minuten per dag. De slagschaduw moet vooraf in beeld worden gebracht en bijgehouden via een meetinstrument in de windmolen. Windmolens die relatief dichtbij woningen staan en de norm kunnen overschrijden moeten een automatisch stil gezet kunnen worden om aan de norm te kunnen voldoen. Zodra de molen teveel slagschaduw geeft, stopt hij met draaien.  

Wat is er bekend over laagfrequent geluid?

Laag Frequent Geluid (LFG) is geluid met een frequentie beneden 100/125 Hertz. Geluid met frequenties onder 20 Hz Hertz  wordt infrageluid genoemd. Dit is alleen waarneembaar voor sommige mensen als het heel sterk is; de waarneming is dan niet als geluid te herkennen maar meer als ‘druk op de oren’ of als trilling.

De laatste jaren is er meer aandacht voor laagfrequent geluid en de mogelijke gezondheidseffecten daarvan. In de meeste studies naar LFG wordt geconcludeerd dat er geen rechtstreeks verband kan worden aangetoond tussen windmolengeluid en gezondheidseffecten zoals hoge bloeddruk, ongunstige zwangerschapsuitkomsten, slaapoverlast en ziektes. Er is ook geen direct wetenschappelijk bewijs gevonden voor een verband tussen laagfrequent geluid van windmolens en gezondheidseffecten.

Wat wel uit het onderzoek blijkt is dat blootstelling aan windmolengeluid hinder kan veroorzaken. Die hinder kan zich uiten in irritatie, boosheid en onbehagen. De mate van hinder die wordt ervaren is bovendien een combinatie van de feitelijke geluidbelasting, zichtbaarheid van de windmolen (s), persoonlijke omstandigheden en of er sprake is van direct economisch baten bij de windmolen.

In het landelijke onderzoek naar milieunormen wordt wel gekeken naar een norm voor LFG. Omdat dit een waarborg kan vormen tegen verandering van het geluidsspectrum van windmolens. Toekomstige windmolens veroorzaken bijvoorbeeld mogelijk meer laagfrequent geluid en een norm kan daarmee bijdragen aan de keuze voor een fabricaat en type windmolen.

Hoe zit het met gezondheidsschade/ effecten?

Het is bekend dat er mensen zijn die hun gezondheidsklachten toeschrijven aan windmolens in hun omgeving. Het is duidelijk dat het geluid van windmolens eerder als hinderlijk wordt ervaren dan geluid van verkeer of industrie. Het kan niet worden uitgesloten dat het geluid van windmolens tot slaapverstoring leidt. Andere gezondheidseffecten zoals vermoeidheid, hoge bloeddruk of het windmolensyndroom zijn nog niet wetenschappelijk aangetoond. Het is overigens niet uitgesloten dat een (klein) aantal omwonenden klachten heeft die in de onderzoeksresultaten niet naar voren komen.

Wij volgen de RIVM richtlijn hierin.

Windmolens en vogels, gaat dat wel samen?

Voor vogels zijn beschermende bepalingen van kracht. Deze regels zijn onder andere vastgelegd in de Flora- en faunawet en in de Natuurbeschermingswet. Bij het ontwikkelen van een windmolen wordt daarom altijd naar de vogelstand gekeken en naar de verstoring van de leefomgeving ter plek.

Wat zijn de gevolgen van windmolens voor ganzen en vleermuizen?

Dit is niet op voorhand te zeggen, daarom is een flora en fauna onderzoek verplicht.

Mogen er windmolens in of dichtbij natuurgebieden komen?

Voor het ontwikkelen van windmolens moeten verschillende onderzoeken worden uitgevoerd, waaronder het in beeld brengen van de effecten die windmolens hebben op de omgeving en natuur. Dit gebeurt via een flora en fauna onderzoek. Dat is een verplicht onderdeel van de ruimtelijke procedure.

Komt er verlichting op de windmolen?

Windmolens hoger dan 150 meter hebben verlichting in verband met de vliegveiligheid. Het is mogelijk om deze verlichting te dimmen en ook om het van de onderkant af te schermen. Dit hangt af van het type turbine.

Ik ben bang dat mijn huis straks minder waard is, klopt dat en wat kan ik daaraan doen?

Uit onderzoek van de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam blijkt dat windmolens binnen een straal van twee kilometer de waarde van een woning met gemiddeld 1,4 tot 2,3 procent doen zakken; afhankelijk van de afstand tot een windmolen. Dit komt neer op een gemiddelde prijsdaling van 3.500 tot 5.600 euro. Uit later geactualiseerd onderzoek blijkt dat grotere windmolens zorgen voor een grotere prijsdaling, namelijk 5%. Zelfs twee tot drie jaar voor de komst van een geplande windmolen is er al een daling te zien in de woningwaarde.

De woningeigenaar kan 'planschade' claimen als de schade uitstijgt boven het normale maatschappelijk geaccepteerde risico. Dit is het geval wanneer de woning meer dan 2% in waarde daalt. Het is ook mogelijk voor initiatiefnemers om planschade op voorhand uit te keren in plaats van om dit via een planschadeprocedure te regelen. Tenslotte kan een eigenaar ook een civiele procedure aangaan tegen de initiatiefnemer. Planschade is ook een onderwerp in het beleidskader grootschalig wind.

Bronnen

 

Wat zijn de gevolgen voor toerisme en recreatie?

De gevolgen zijn nu nog niet bekend. Er is beperkt onderzoek naar uitgevoerd en dit is veelal literatuuronderzoek naar (grotere) windparken. Dat onderzoek is mogelijk niet van toepassing voor Lochem omdat hier waarschijnlijk geen sprake zal zijn van grote windparken.