Circus Renz
Circus Renz is in de stad, ik ga in de schemering kijken. De olifanten en de kamelen staan buiten. Ik heb net gelezen wat Flaubert in 1850 vanuit zijn woonplaats Caïro over de kameel schrijft: 'Mijn grootste passie is de kameel, want niets heeft zo'n eigenaardige elegantie als dat weemoedige dier. Je zou ze moeten zien in de woestijn, wanneer ze aan de horizon als soldaten in het gelid achter elkaar aan lopen, waarbij hun nek op en neer wiegt zoals die van struisvogels; en zo schrijden ze onvermoeibaar voort ... '
Ik maak het hek open en leid het grootste dier voorzichtig aan zijn toom naar buiten, de andere twee volgen. Het is inmiddels donker geworden, wintertijd, de meeste mensen zitten aan tafel. Ik loop met de soldaten door Lochem. Na een uur ben ik weer terug, het is goed gegaan, geen ongelukken. Terwijl ik het hek sluit, komt er een man naast me staan. Hij zegt dat hij nooit heeft geweten dat de nek van een lopende kameel op en neer wiegt zoals de nek van een struisvogel.